Algemene header afbeelding

Philip de Jager over zijn specialisatie tot bedrijfsarts

Leestijd icoon

Klok icoon

Leestijd:

Deel dit artikel:

Bedrijfsarts Philip de Jager: ‘Als het lukt om mensen weer aan de gang te krijgen is dat een heel fijn gevoel.’

Ruim anderhalf jaar geleden startte Philip de Jager bij Occure als AIOS Bedrijfsgeneeskunde. Inmiddels heeft hij zijn opleiding voltooid en werkt Philip sinds enkele maanden als zelfstandig bedrijfsarts.

“Ik wilde mij graag breder ontwikkelen. In de drie jaar die ik vóór Occure als bedrijfsarts i.o. werkte zat ik op een kantoor, waar de cliënten naartoe kwamen op het spreekuur. Ik adviseerde mensen vooral hoe ze weer gezond konden terugkeren naar hun werk. Maar ik wil natuurlijk ook graag dat ze kunnen terugkeren naar een gezonde werkomgeving.

Om dat te kunnen bereiken, is het mijn opvatting om als bedrijfsarts de mogelijkheid te hebben om binnen organisaties mee te kunnen denken over verzuim en preventie. Ik heb gemerkt dat dit moeilijk is als je vanuit je spreekkamer alleen adviezen aan een leidinggevende en de werknemer kunt sturen.

Bij Occure gaven ze gehoor aan mijn behoefte om mij verder te ontwikkelen op deze manier. Zij hebben mij geplaatst bij een grote organisatie, waar ik als bedrijfsarts echt onderdeel van het geheel ben. Daar kan ik een positieve invloed hebben op een gezondere werkplek voor de werknemers binnen die organisatie. Zo maak je de stap naar preventie, door echt contact te zoeken en waar nodig de samenwerking aan te gaan met andere disciplines binnen het bedrijf, zoals een arbeidshygiënist en een veiligheidskundige.”

Wat vind je het leukste aan bedrijfsgeneeskunde?

“Zeker op individueel niveau heb ik het gevoel dat ik met mijn adviezen en interventies mensen op weg kan helpen die het echt niet meer zien zitten. Als zij zelf geen perspectief meer zien, kan ik ze geruststellen en de juiste handvatten geven om weer licht aan het einde van de tunnel te zien. 

Daarin zit ook een groot stuk verwachtingsmanagement naar de werknemer. Hoe snel kunnen ze terugkeren? Sommige mensen moet je afremmen en de tijd geven om voor zichzelf de juiste keuzes te maken. Ze komen bij mij omdat ze zijn vastgelopen, in hun werk en soms ook privé. Het is allemaal met elkaar verbonden en dat is dan ook de leuke uitdaging om dat boven tafel krijgen en te sturen hoe de werknemer dit zelf ontdekt. 

Door de opleiding en door de ervaring leer je hoe je dat steeds beter doet. En als het vervolgens lukt om mensen weer aan de gang te krijgen geeft dat een heel voldaan gevoel.”

Hoe heb je het opleidingstraject tot bedrijfsarts ervaren?

“Ik ben in 2019 begonnen als AIOS-bedrijfsgeneeskunde bij de NSPOH. Je gaat daar één dag per week naartoe en je maakt daarnaast opdrachten. Je krijgt vrij veel theorie in de opleiding, met name over gespreksvoering en reflectie. Dit mag wat mij betreft wel een stuk praktijkgerichter, met de focus op hoe de richtlijnen zo goed mogelijk toe te passen. 

In principe staat er vier jaar voor het traject. Ter afronding van de opleiding doe je een onderzoek en schrijf je daarover een scriptie in de vorm van een onderzoeksartikel. Mijn onderzoeksvraag was: ‘Zijn de bestaande richtlijnen om angstproblematiek bij werknemers te begeleiden specifiek genoeg?’ Het was een kwalitatieve studie onder zes verschillende personen van verschillende ervaringsniveaus. 

Uit mijn onderzoek bleek dat vooral onervaren arts-assistenten de richtlijn wel lezen maar het vaak lastig vinden om de vertaalslag naar de praktijk te maken om de angstproblematiek ook echt te verhelpen. Het frappante is dat ze in de praktijk echter op gevoel keuzes maken die alsnog aansluiten op de richtlijnen. 

Mijn onderzoek kreeg een positieve beoordeling voor de opleiding. In de toekomst wil ik het graag nog publiceren.”

Je hebt eerder geruime tijd in de ouderengeneeskunde gewerkt. Hoe ervaar je het verschil in de omgang met jouw patiënten toen en nu?

“Bij de ouderenzorg zit je aan het spectrum: einde van het leven. In tegenstelling tot mijn werk als bedrijfsarts werk je niet toe naar volledig herstel en terugkeer naar een plek in maatschappij. In de ouderenzorg was ik vooral bezig om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te maken voor die patiënt. De familie is daar vaak nauw bij betrokken en ook die moet je begeleiden. Hier haalde ik uiteindelijk niet genoeg energie uit. 

In de bedrijfsgeneeskunde heb je natuurlijk met de werkende populatie te maken. Dat zijn mensen die weer terug willen keren naar hun werk en vaak ook erg gemotiveerd zijn. Ergens ben je dan ook bezig met kwaliteit van leven, maar dan meer vanuit het perspectief: haal je genoeg waarde en plezier uit je werk? En kun je daarmee op de lange termijn een gelukkig en gezond mens blijven? Waarbij werk natuurlijk een behoorlijk onderdeel uitmaakt van iemands leven. 

Met de Work Capability aanpak probeer ik vaak een indruk te krijgen van iemands duurzame inzetbaarheid en daarmee van de mogelijkheden die er zijn om zo goed mogelijk terug te keren.”

Wat is voor jou uiteindelijk de grootste motivator geweest om het carrièrepad tot bedrijfsarts te bewandelen?

“Ik ben er eigenlijk gewoon in gerold. Volgens mij gaat dat zo bij de meeste artsen. Er zullen weinig mensen zijn die aan hun geneeskundeopleiding beginnen met de gedachte: ik ga bedrijfsarts worden! De meesten denken aan chirurg, neuroloog, psychiater of huisarts.  In de opleiding geneeskunde komt de sociale geneeskunde ook nauwelijks aan de orde, laat staan de opleiding bedrijfsgeneeskunde. Terwijl ik denk dat dit vak veel komende artsen zou passen. 

Ik had het er laatst nog over met een collega dat je gedurende je artsencarrière naar dit vak toe groeit. Na verloop van tijd zie je steeds beter wat past bij jou als mens en als arts. Dit gebied van de sociale geneeskunde, waarin de mens, diens omgeving en werkomgeving centraal staan, ligt mij.” 

Meer weten over de dienstverlening van Occure?

Onze (bedrijfs)artsen en adviseurs helpen je graag verder! Neem contact op!