Bedrijfsarts Zoa Moeniralam doet onderzoek naar menstruatiegerelateerd verzuim
Leestijd:
“Er is nog zoveel schaamte en normalisering van klachten dat veel vrouwen het idee hebben dat ze zich maar moeten aanpassen.”
In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de overgang en de impact daarvan op vrouwen in het werkveld. Een andere belangrijke gezondheidskwestie voor vrouwen blijft echter nog vaak onderbelicht: de menstruatie. De menstruatiecyclus wordt nog altijd omgeven door een taboe en schaamte, terwijl veel werknemers er met regelmaat fysieke en mentale klachten van ondervinden die zelfs hun werk kunnen beïnvloeden.
Bedrijfsarts Zoa Moeniralam is absoluut voorvechter van een vrouwvriendelijke werkvloer waarin veel meer ruimte en begrip is voor het effect van de cyclus op de belastbaarheid van medewerkers. Met haar afstudeeronderzoek naar menstruatiegerelateerd verzuim wil zij meer bewustwording creëren onder bedrijfsartsen en werkgevers.
Zoa, waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?
“In eerste instantie uit persoonlijke betrokkenheid. Tijdens mijn coschappen in het ziekenhuis merkte ik dat ik tijdens mijn menstruatie vaak extra vermoeid was en dat mijn concentratievermogen op die dagen sterk afnam. Ik besloot toen dat ik, eenmaal werkzaam als basisarts, op mijn eerste en tweede menstruatiedag niet zou willen werken. Dit bracht me ertoe bij sollicitaties meteen te bespreken dat ik flexibiliteit wilde in mijn werkrooster, om mijn cyclus heen.
De reacties van werkgevers liepen sterk uiteen, variërend van begrip tot complete afwijzing. Een directrice vond bijvoorbeeld dat het vragen om flexibiliteit rondom de menstruatie eerder een achteruitgang was dan een vorm van emancipatie. Maar een andere werkgever stond weer absoluut open voor een flexibel werkrooster dat aansloot op mijn cyclus.
Die ervaringen maakten me enorm nieuwsgierig naar hoe menstruatieklachten op de werkvloer werden behandeld. In mijn werkende leven ontdekte ik in de jaren die volgden bovendien hoeveel vrouwen met zware menstruatieklachten vaak maar doorwerkten, de ernst van hun klachten verzwegen en op dit punt absoluut niet gezien werden door hun werkgevers. Dat maakte het onderwerp zeer relevant.”
Zie je dat menstruatieklachten vaak leiden tot verzuim? En hoe reageren werkgevers hierop?
“Werknemers kunnen last hebben van hevig bloedverlies, pijn, duizeligheid, waardoor het onmogelijk kan zijn om hun taken te verrichten, zeker bij een fysiek zwaar beroep. Ik zie weleens werknemers met ernstige menstruatiegerelateerde klachten op het spreekuur, maar eigenlijk nog veel te weinig, door patiëntendelay.
Daarnaast merk ik dat menstruatiegerelateerd verzuim lang niet altijd herkend wordt. Werkgevers klagen soms over terugkerend verzuim van vrouwelijke werknemers, zonder dat ze beseffen dat het verzuim te maken kan hebben met menstruatieklachten. Vaak wordt dat verband niet gelegd, simpelweg omdat het onderwerp niet bespreekbaar is.
Dat is een gemiste kans, want met een goed gesprek en wat aanpassingen kunnen werkgevers veel doen om hun werknemers beter te ondersteunen en verzuim te voorkomen.”
Waarom blijft er denk je zo’n taboe liggen op menstruatieklachten op de werkvloer?
“Er komt vaak een gevoel van schaamte bij kijken. Onze werkcultuur is over het algemeen toch mannormatief; de vrouw moet zich maar aanpassen. In veel organisaties wordt menstruatie gezien als een privéprobleem waar je als werknemer maar mee moet dealen. Er wordt verwacht dat vrouwen hun klachten inslikken en gewoon maar doorgaan, het hoort er nu eenmaal bij.
Je ziet het taboe op overgangsklachten langzaam verdwijnen. Er is meer onderzoek, meer voorlichting en voor bedrijfsartsen zijn er weliswaar nog geen officiële richtlijnen, maar wel een standpunt overgang en werk. Helaas zijn we daar met menstruatieklachten nog lang niet.”
Tijdens je onderzoek heb je leidinggevenden geïnterviewd, die zowel uit hun leidinggevende rol als hun positie als werknemer hun ervaringen met menstruatieproblematiek op de werkvloer konden delen. Wat viel je op in deze gesprekken?
“Wat me vooral raakte, was hoe invaliderend menstruatieklachten voor sommige werknemers kunnen zijn. Deelnemers aan het onderzoek vertelden me dat ze door extreme vermoeidheid, pijn of hevig bloedverlies letterlijk niet in staat waren om te werken, zelfs niet op wilskracht. Deze klachten werden vaak niet bespreekbaar gemaakt, zelfs niet in teams waar voornamelijk vrouwen werken. Zo groot is het taboe nog.
En het eigenaarschap blijft zo alleen bij de vrouw liggen. Maar het is een gezamenlijk probleem, waar de medewerker en de werkgever met elkaar voor verantwoordelijk zijn. Dat is een cultuuromslag die we met elkaar moeten maken.”
Wat kunnen werkgevers en werknemers doen om de situatie op de werkvloer te verbeteren?
“Voor werknemers is het vooral belangrijk om open te durven zijn over hun klachten. Alleen door erover te praten, kan er iets veranderen. Dus zoek iemand in de organisatie waar je je verhaal durft te doen. Liefst een leidinggevende, maar als dat niet mogelijk is zoek dan steun bij collega’s, een vertrouwenspersoon of bedrijfsarts.
Daarvoor is het cruciaal dat werkgevers een veilige werkcultuur creëren waarin menstruatieklachten bespreekbaar zijn, zonder dat werknemers zich ervoor hoeven te schamen. Werkgevers zouden meer educatie kunnen bieden aan hun leidinggevenden, zodat zij getraind zijn om menstruatieklachten serieus te nemen, te luisteren en oplossingen te zoeken. Vrouwen slikken hun klachten vaak hun hele leven in, dan is het zo belangrijk dat er goed gereageerd wordt op het moment dat zij hun verhaal durven delen.
Werkgevers kunnen bovendien veel verzuim en ongemak voorkomen door een vrouwvriendelijke werkvloer te creëren. Dit betekent dat er aandacht is voor flexibele werktijden, voldoende pauzemomenten en aanpassingen aan het werk, zoals minder fysiek belastende taken tijdens zware menstruatiedagen.”
Wat kunnen bedrijfsartsen doen om menstruatiegerelateerd verzuim aan te pakken?
“Bedrijfsartsen kunnen een cruciale rol spelen in het herkennen, bespreekbaar maken en voorkomen van menstruatiegerelateerd verzuim. Dat begint in hun eigen spreekkamer, door alert te zijn op cyclusgerelateerde patronen bij terugkerend verzuim. En door ook dóór te vragen bij menstruatieklachten: wat zijn nu precies je klachten, hoe ziet je menstruatie eruit, hoeveel tampons (of maandverband of ander opvangmateriaal) gebruik je dan in een etmaal? En wat heb je nodig om in het arbeidsproces te kunnen blijven deze dagen? Misschien kan de medewerker lichter werk doen, of helpt het als er een toilet dichtbij is of er meer pauzes zijn waarin de vrouw liefst even kan liggen.
Buiten de spreekkamer is het belangrijk om te werken aan de bewustwording bij de werkgever, door voorlichting te geven en menstruatiegerelateerde problematiek een vast onderdeel te maken van de risico-inventarisatie en -evaluatie en de PMO-vragenlijst.
Ik denk dat we rolmodellen nodig hebben die dit onderwerp bespreekbaar blijven maken en werkgevers overtuigen van het belang ervan. Bedrijfsartsen kunnen daar absoluut een belangrijke bijdrage aan leveren.”
Het onderzoek van Zoa Moeniralam is op aanvraag beschikbaar. Stuur een mail naar z.moeniralam@occure.nl om de onderzoeksresultaten bij haar op te vragen. Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen over dit onderwerp? Volg ons op Linkedin!